De bouw van de Delta/Sea-Land terminal op de Maasvlakte - de tegenwoordige DDN - is 30 jaar terug een unieke prestatie geweest. Twee direct betrokkenen van het eerste uur halen herinneringen op over de realisatie van deze allereerste automatische containerterminal ter wereld. Joan Rijsenbrij was als directeur Techniek (en vanaf 1990 Directeur Delta Container Divisie) de programmamanager, Wando Boevé bewaakte vanuit de operatie de praktische uitvoerbaarheid. “Veel mensen hadden hun twijfels, maar het is echt een succes geworden!”
Joan en Wando praten over de aanleg van de Delta/Sea-Land Terminal alsof het de dag van gisteren is. Het enthousiasme spat er bij beiden nog steeds van af. Wando: ”Geweldig dat ik 30 jaar terug dit hele traject heb kunnen meemaken. Met een groot gemotiveerd team hebben wij zoveel nieuwe dingen kunnen doen. Soms moesten echt ter plekke oplossingen worden bedacht. Ik denk niet dat wij vandaag de dag nog die tijd en ruimte zouden hebben gekregen. Pionieren zat destijds echt in het DNA van ECT. Het bedrijf was koploper in de containeroverslag en had het lef om door te pakken.”
Géén techneutenfeestje
Wando was speciaal aan de projectgroep voor de Delta/Sea-Land Terminal toegevoegd om de bedachte automatische concepten ook daadwerkelijk werkbaar te maken in de operationele praktijk. Joan: “Vanaf 1983 dachten wij bij ECT al na over automatisering. Onze directeur Gerrit Wormmeester zei altijd dat je een nieuwe terminal niet bouwt met de techniek van gisteren, maar die van morgen. Mooi gesproken, maar na het tekenen van het contract met Sea-Land moesten wij dat vanuit de afdeling Techniek wel waarmaken. Al snel kwamen wij in de projectgroep tot de conclusie dat de bouw geen techneutenfeestje moest worden. De wereld kende genoeg voorbeelden van op die manier mislukte projecten. Onder aanvoering van Wando hebben wij daarom vrijwel direct operationele medewerkers betrokken.”
‘ECT had het lef om door te pakken’
Van tekening naar werkelijkheid
Het technologisch concept van de Delta/Sea-Land Terminal was compleet nieuw. Automatic Guided Vehicles (AGV’s) bijvoorbeeld bestonden niet. Joan: “Wij zijn in Duitsland nog in een fabriek van Mercedes gaan kijken. Daar had men in een hal een soort AGV’s rijden. Dat waren echter geen apparaten voor een draaglast van 30 - 40 ton en gebruik buiten, in een zoute omgeving direct aan zee.” Het door ons bedachte concept voor de AGV’s van ECT werd als ‘artist impression’ getekend door Rudolf Das. “Met die realistisch uitziende tekeningen hebben wij het geautomatiseerd concept verkocht aan Sea-Land,” aldus Joan. “Met diezelfde tekeningen en onze technische specificaties zijn wij ook langsgegaan bij potentiële fabrikanten van de AGV. Alleen het Duitse Gottwald was bereid om die voor een fixed price te bouwen.”
“De allereerste AGV hebben wij overigens moeten afkeuren,” zo vervolgt Joan. “Dat heeft veel geld gekost. Bij het rondjes rijden op de testbaan op de Maasvlakte bleek het voertuig te onnauwkeurig te positioneren. Ook de transponders in de kade gaven aanvankelijk problemen. Meeuwen probeerden deze uit de kade te pikken. Met kleinere transponders en een pasta eroverheen is dat opgelost. Soms stopte een AGV doordat een meeuw voorlangs vloog. De AGV dacht dan dat er een mens stond. Met een paar milliseconden vertraagd stopsignaal is dat verholpen.”
Bij elke kraan twee Fiat Panda’s
Er was nog veel meer dat de realisatie van de Delta/Sea-Land Terminal bijzonder maakte. Wando: “Het vernieuwen van de arbeidsorganisatie was eveneens een absolute topinnovatie. Voor de Delta/Sea-Land Terminal kozen wij voor een geheel nieuwe manier van werken. Medewerkers hebben wij daarin uitgebreid getraind. Het basisidee was om verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie te leggen. Kraanteams moesten heel zelfstandig kunnen werken. Door elk teamlid meerdere functies aan te leren, kon men onderling steeds rouleren. Die zelfstandigheid ging zo ver dat bij elke kraan twee Fiat Panda’s hoorden. Ieder kraanteam kon zo bij een shiftwissel individueel aflossen.” Wando is ook nog altijd zeer positief over de rol van de vakbonden en de Ondernemingsraad in het hele traject. “Uiteraard was men kritisch, maar de hakken zijn nooit in het zand gezet.”
Einde aan improvisatie
Joan benadrukt het bijzondere van de nieuwe manier van werken: “In de traditioneel georganiseerde haven van de jaren zeventig en tachtig was iedereen gewend om veel te improviseren. In een geautomatiseerd systeem gaat dat niet. Alles moet van tevoren duidelijk zijn. Om een voorbeeld te noemen: voor het versturen van opdrachten tussen Sea-Land en ECT waren 56 verschillende protocollen afgesproken. Bedenk daarbij dat snel internet in die tijd niet bestond. Een fax was moderne technologie.”
Essentiële discussies
Stap voor stap is zo met een enorm gemotiveerd team naar de ingebruikname van de Delta/Sea-Land Terminal toegewerkt. Joan: “Om eerlijk te zijn, hebben wij onderweg in het traject regelmatig stress gekend. Het was niet altijd makkelijk, maar wij wisten dat het kon.” Vaak gingen discussies over kleine, maar o zo essentiële details. Wando: “Een mooi voorbeeld dat ik nooit zal vergeten, was het gesprek over het moment dat een AGV het laatste stukje tot onder de kraan rijdt. Als de kraanmeester om wat voor reden ook met de kraan toch net een tikkie naar links of naar rechts was gegaan, stond de AGV niet helemaal in de juiste positie. De automatiseerders vonden dat de kraan dan maar een paar centimeter moest opschuiven. In de vergadering heb ik voorgedaan wat dit voor de kraanmeester zou betekenen. Die discussies tussen IT’ers en operationele mensen had je echt nodig om het proces verder te brengen. Zonder overigens dat van één van beide kanten ooit sprake was van weerstand.”
Mooie openingsdag
Op 25 juni 1993 kwam de Delta Sea/Sea-Land Terminal uiteindelijk officieel in gebruik. Joan herinnert het zich als een mooie dag, waarbij hem opviel hoe goed koningin Beatrix was ingelezen. “Wij hadden nog wel een spannend momentje. De IT’ers hadden bedacht om met de AGV’s een soort ballet uit te voeren. Drie uur van te voren kreeg ik een telefoontje dat het softwareprogramma niet werkte. Het is toch goed gekomen. Net zoals dat in de gehele 5 jaar ervoor eigenlijk was gegaan. Tegenslagen genoeg, maar op het moment suprême kwam het altijd weer in orde.” Wando haalt nog een mooie anekdote over de openingsdag aan. “Onze mensen hadden onderling een weddenschap afgesloten over het kleur hoedje van de Koningin. Het geld daarvan ging naar een goed doel. Voor mij was het tekenend voor de creativiteit en de humor van de groep.”
“Tegenwoordig vinden wij alles al gauw gewoon,” zo sluit Joan af. “Maar dat het is gelukt om in 5 jaar de allereerste automatische containerterminal ter wereld te realiseren, is heel bijzonder geweest. Veel mensen hadden hun twijfels, maar het is echt een succes geworden!”