
Onze Delta Dedicated North Terminal (DDN) bestaat 30 jaar. Drie decennia terug, op 25 juni 1993, verrichtte toenmalig koningin Beatrix de openingshandeling. De aanwezigheid van de vorstin was niet zomaar. De Delta/Sea-Land Terminal – zoals de DDN destijds heette – was de allereerste automatische terminal ter wereld. ECT was met deze innovatie zijn tijd ver vooruit!
Automatic Guided Vehicles (AGV’s) die 24/7 hun rondjes over de kade rijden en (Automatic Stacking Cranes (ASC’s) die in een constant ritme de stack in en uit gaan. Voor iedereen bij het tegenwoordige ECT is het heel vanzelfsprekend. Al onze terminals zijn geautomatiseerd. Wie in de 21ste eeuw bij ECT is komen werken, weet niet beter. Het is allemaal te danken aan een grote groep ECT’ers die al in de jaren tachtig van de vorige eeuw met automatisering aan de gang ging.
Visie als basis
De directeur van ECT in die tijd - Gerrit Wormmeester - was een echte visionair. In de traditioneel georganiseerde havenwereld onderzocht ECT al vanaf 1983 de mogelijkheden voor geautomatiseerde containeroverslag. De ECT-voorman zag in automatisering de mogelijke oplossing voor het omgaan met pieken en dalen in de containeroverslag, voor de stijgende loonkosten en voor het alsmaar groeiende containervolume. ECT behandelde in 1983 voor het eerst meer dan één miljoen containers. Dat gebeurde allemaal in de Eemhaven op de toenmalige Home Terminal. Om verdere groei op te vangen, was inmiddels op een volledig leeg schiereiland op de Maasvlakte wel al begonnen met de aanleg van de eerste Delta Terminal (de tegenwoordige Hutchison Ports Delta II), die in 1984 open ging.
Van papier naar werkelijkheid
De Delta Terminal was nog redelijk conventioneel georganiseerd. Wel al met de innovatieve Multi Trailer Systemen (MTS) die tot onder de kadekranen reden, waarna straddle carriers de containers in en uit de stack plaatsten. Dé kans om de tot dan papieren exercities met automatisering echt invulling te geven, kwam met het vernieuwen van het bestaande contract met Sea-Land. Deze Amerikaanse rederij was ECT’s grootste klant en wilde verder kunnen uitbreiden. Meerdere Europese havens zaten op het vinkentouw om met het aflopen van het contract in 1990 de rederij te verleiden tot verhuizing. Om dit te voorkomen besloot ECT niet voor de laagste tarieven te gaan, maar zich te onderscheiden door maatwerk en innovatie. De rederij werd het voorstel gedaan om voor hen op de Maasvlakte een volledig geautomatiseerde terminal te bouwen, met gebruik van de modernste technologie. Sea-Land moest lang nadenken, maar vlak voor de Kerst van 1987 kwam het verlossende woord. Sea-Land bleef in Rotterdam en koos voor ECT’s vooruitstrevende voorstel. De rederij wilde net als ECT dat de nieuwe containerterminal een voorbeeld voor de industrie zou worden.
Vijf jaar tijd voor de realisatie
In april 1988 werd het contract met Sea-Land getekend. Afspraak daarbij was dat in 1993 de nieuwe geautomatiseerde terminal in gebruik zou komen. ECT had vijf jaar de tijd om dit te realiseren! Alles wat op papier was bedacht, moest nu werkelijkheid worden. AGV’s bestonden niet en ASC’s alleen in een simpele vorm. Ook de ontwikkeling van de benodigde besturingssoftware moest nog beginnen. De in 1988 Directeur Techniek van ECT, Joan Rijsenbrij kreeg het volledige mandaat om als programmamanager de gedane beloften waar te maken: de realisatie van een compleet nieuwe terminal, met alle civiele voorzieningen, gebouwen, acht kadekranen, automatische AGV’s en ASC’s, de terminalbesturing en een werkende arbeidsorganisatie.
Totaal nieuwe manier van werken
Op een proefterrein op de Delta Terminal startte ECT al in de zomer van 1988 met het testen van alle nieuwe technologie. Eerst met één AGV en één ASC apart, vervolgens in samenhang en zo steeds een stapje verder en uitgebreider. Ook moest een geheel nieuwe arbeidsorganisatie worden ingericht. Ondanks de automatisering bleven zowel aan de zee- als aan de landzijde volop ECT’ers nodig. Wel met als in het oog springend verschil dat een kraanteam op de automatische terminal nog maar uit drie mensen bestond. Op een conventionele terminal waren dat er acht. Verantwoordelijkheden werden op de nieuwe terminal zo laag mogelijk in de organisatie gelegd, met veel aandacht voor teamwork en functieroulatie. Wie dag 1 op de kraan zat, kon dag 2 als radioman op het schip staan en dag 3 in de controlekamer actief zijn. Voor die totaal nieuwe manier van werken kregen medewerkers een uitgebreide opleiding, met onder meer cursussen logistiek en sociale vaardigheden.
De grote dag!
Stap voor stap is zo de nieuwe terminal opgebouwd. Vanaf eind 1992 konden daadwerkelijk de eerste proefschepen voor de kant komen. Veel kinderziektes in de software werden op die manier verholpen. Op 25 juni 1993 was het vervolgens zo ver: de officiële opening van de Delta/Sea-Land Terminal, met als eregasten koningin Beatrix, burgemeester Bram Peper van Rotterdam en de topman van Sea-Land, John P. Clancey. Het werd een grote show, waarbij koningin Beatrix met een portofoon vanaf de tribune de openingshandeling verrichtte: “Kraanmeester, ik verzoek u aan te vangen met het lossen van de ceremoniële container – over.” Waarop de kraanmeester antwoordde: “Majesteit, ik ontvang u luid en duidelijk. Wij gaan beginnen!” De Delta/Sea-Land Terminal kwam daarmee officieel in gebruik. De allereerste automatische terminal ter wereld was daadwerkelijk een feit.
Voor dit artikel is dankbaar gebruikgemaakt van passages uit het jubileumboek ‘Altijd in beweging – 50 jaar ECT’.